Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fy·lum
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse phylum
enkelvoud meervoud
naamwoord fylum fyla
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fylumo

  1. taxonomische rang in de taxonomische hiërarchie ook wel stam genoemd een graad lager dan een rijk een graad hoger dan een klasse
    • Alle gewervelde dieren horen tot één fylum. 
    • Het dierenrijk heeft ongeveer 35 fyla. 
Synoniemen

Gangbaarheid

19 % van de Nederlanders;
24 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be