sectie
- sec·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘insnijding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1904 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afdeling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1861 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sectie | secties, sectiën |
verkleinwoord | (sectietje) | (sectietjes) |
de sectie v
- een afgezonderd deel van iets
- Onze sectie is daar niet bij betrokken geweest.
- ▸ De naam van de finishplek klinkt idyllisch, maar het is een gemene beklimming van 7 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,7 procent, en op het einde een onverharde sectie. Het klassement zal worden opgeschud.[2]
- (medisch) een onderzoek waarbij een lichaam van een overledene opengesneden wordt
- Er werd sectie verricht.
- [1] afdeling, peloton
- [2] lijkopening, autopsie, obductie, lijkschouwing
- Het woord sectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sectie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "sectie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be