Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ob·duc·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord obductie obducties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de obductiev

  1. schouwing van een lijk
    • Het is meestal geen eenvoudige zaak aan de nabestaanden van een zojuist overleden patiënt toestemming voor obductie te vragen.[1] 
  2. (geologie) mechanisme waardoor een stuk gesubduceerde aardkorst langs een subductiezone omhoog beweegt en over de subducerende tektonische plaat schuift
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen