-erik
Huidig bestand |
---|
23 |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | -erik | -eriken |
verkleinwoord |
- iemand met de door het grondwoord genoemde eigenschap
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht
- Het woord '-erik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.