basterdwederik
- (IPA in voorbereiding)
- bas·terd·we·de·rik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basterdwederik | basterdwederiken |
verkleinwoord | basterdwederikje | basterdwederikjes |
de basterdwederik m
- (bloemplanten) een groot geslacht Epilobium uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae ) met ongeveer 200 soorten wereldwijd. Er zijn echter meningsverschillen over de juiste afbakening van dit geslacht
- beklierde basterdwederik, bergbasterdwederik, bleke basterdwederik, donkergroene basterdwederik, Fleischers wilgenroosje, harig wilgenroosje, heuvelbasterdwederik, kantige basterdwederik, lancetbladige basterdwederik, moerasbasterdwederik, viltige basterdwederik
- Het woord 'basterdwederik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] basterdwederik in het Nederlands Soortenregister N
- [1] basterdwederik op Wikidata