basterd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  basterd    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bas·terd

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	basterd	basterden basterds
verkleinwoord	basterdje	basterdjes

Zelfstandig naamwoord

de basterd m

1. bastaard

Afgeleide begrippen

• basterdklaver, basterdsuiker, basterdwederik

Gangbaarheid

• Het woord basterd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basterd" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
63 %	van de Vlamingen.