dwergsleutelbloem
- (IPA in voorbereiding)
- dwerg·sleu·tel·bloem
- samenstelling van dwerg zn en sleutelbloem zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwergsleutelbloem | dwergsleutelbloemen |
verkleinwoord | dwergsleutelbloemetje | dwergsleutelbloemetjes |
de dwergsleutelbloem v
- (bloemplanten) Primula minima een plant uit de sleutelbloemfamilie. De soort behoort met zijn hoogte tot 4 cm tot de kleinste in Midden-Europa van nature voorkomende sleutelbloemen. De plant heeft verhoudingsgewijs zeer grote lichtrode bloemen en een klein bladrozet. De bloeitijd valt in juni en juli. Het plantje komt voor in de oostelijke Alpen van beieren tot tonale op kalkarme, zure grond. De hoogte varieert van 1500-3000 m
- Het woord 'dwergsleutelbloem' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] dwergsleutelbloem op Wikidata