sleutelkind
- Geluid: sleutelkind (hulp, bestand)
- sleu·tel·kind
- samenstelling van sleutel en kind
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleutelkind | sleutelkinderen |
verkleinwoord | sleutelkindje | sleutelkindjes |
het sleutelkind o
- kind van ouders die overdag niet thuis zijn en een sleutel meekrijgt om na schooltijd zelf thuis binnen te kunnen komen
- Het woord sleutelkind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleutelkind" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be