Engelse sleutel
- Geluid: Engelse sleutel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛŋəlsəˌsløtəl / (5 lettergrepen)
- En·gel·se sleu·tel
- vaste verbinding van Engelse (bijvoeglijk naamwoord) en sleutel (zelfstandig naamwoord), die oorspronkelijk betrekking had op een tang met een geschikte vorm voor moeren van Engels fabrikaat; nu op te vatten als: (verkorting) van "Engelse moersleutel" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Engelse sleutel | Engelse sleutels |
verkleinwoord | - | - |
de Engelse sleutel m
- (gereedschap) verstelbare moersleutel, een metalen steel met een verstelbare bek om moeren vast of los te draaien
- Zonder om te kijken fluisterde hij bezwerend: ‘Een Engelse sleutel, een gewone bahco - daar moet toch aan te komen zijn? [2]
- (gereedschap) (verouderd) soort instelbare tang door vorm en maat geschikt om moeren uit Engeland vast of los te draaien
- [1] bahco
- Het woord Engelse sleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Engelse sleutel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Meijsing, G.Tussen mes en keel. 6e druk (2001) De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen; ISBN 90 295 3076 6; p. 275; geraadpleegd 2019-09-07
- ↑ Wild, B. & J. Altheer"Lyst van chirurgicale instrumenten" in: Catalogus librorum (…) (1796) Utrecht; p. 136; geraadpleegd 2019-09-07