• En·gel·se
  • Afgeleid van Engels met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord Engelse Engelsen
verkleinwoord - -

de Engelsev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Engeland, of een vrouw afkomstig uit Engeland

Engelse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Engels