slotkoers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slot·koers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slot en koers
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slotkoers | slotkoersen |
verkleinwoord | slotkoersje | slotkoersjes |
Zelfstandig naamwoord
de slotkoers m
- laatste koers van een fonds (waardepapier), op die beursdag
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord slotkoers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slotkoers" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be