slotdag
- slot·dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slotdag | slotdagen |
verkleinwoord |
de slotdag m
- de laatste dag van iets dat meerdere dagen heeft geduurd
- Schaatsster Annouk van der Weijden heeft in Heerenveen de Nederlandse allroundtitel veroverd. De 31-jarige rijdster van Team Plantina verdedigde op de slotdag haar leidende positie met de nodige overmacht.[2]
- De nagellakactie die familieleden en vrienden van het overleden jongetje Tijn houden voor Serious Request, heeft tot nu toe 49.000 euro opgebracht. Gerrit van Kolsteren, de vader van Tijn, maakte de tussenstand zondagavond bekend tijdens de uitzending op de slotdag van Serious Request.[3]
- Het woord slotdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slotdag" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 28-01-2018 14:39
- ↑ de Telegraaf 24 dec. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be