Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slot·ge·bed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slotgebed slotgebeden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het slotgebedo

  1. (religie) gebed waarmee een religieuze bijeenkomst wordt afgesloten
     En toen hij aan het einde van het slotgebed was gekomen, gaf hij Levin zijn zegen en liet hem gaan.[2]
     Volgens de aanklager had Roof welbewust de oudste zwarte kerk van het zuiden als doelwit gekozen. Hij werd welkom geheten door een groepje van twaalf mensen die zich bezighielden met bijbelstudie. Roof zat drie kwartier bij de bijeenkomst en tijdens het slotgebed, toen alle deelnemers hun ogen dicht hadden, opende hij het vuur. Negen mensen kwamen om, drie overleefden het.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. slotgebed op website: Etymologiebank.nl
  2. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  3.   Weblink bron “Charleston-schutter Dylann Roof ter dood veroordeeld” (10-01-2017), NOS