fietsslot
- fiets·slot
- samenstelling van fiets en slot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietsslot | fietssloten |
verkleinwoord | fietsslotje | fietsslotjes |
het fietsslot o
- slot van een fiets
1. slot van een fiets
- Het woord fietsslot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fietsslot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be