Nederlands

 
cilinderslot
Uitspraak
Woordafbreking
  • ci·lin·der·slot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cilinderslot cilindersloten
verkleinwoord cilinderslotje cilinderslotjes

Zelfstandig naamwoord

het cilindersloto

  1. een slot dat werkt met een ronde buis die alleen vrij kan ronddraaien als er een passende sleutel wordt gebruikt
     Ze werkten volgens het OM vaak volgens dezelfde methode: gaatjes boren in het slot of het cilinderslot afbreken. Daarna doorzochten ze meestal alleen de benedenverdieping en lieten ze alles netjes achter.[2]
     Bij donkere huizen met slechte sloten belt Ruijter aan. "Een cilinderslot dat uitsteekt is niet veilig, je zet er een tang op en kan hem zo afbreken. Dat noemen ze de Bulgaarse methode." Het is dus een goed idee om sloten te hebben met veiligheidskeurmerk.[3]
     De laatste jaren maken inbrekers steeds vaker gebruik van 'cilindertrekken'. Bij deze inbraakmethode wordt een stalen schroef in het cilinderslot gedraaid en wordt de cilinder vervolgens met een kurkentrekbeweging uit het slot getrokken. Inbrekers hebben niets anders nodig dan een schroevendraaier, schroeven en een krik.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Elf jaar geëist tegen serie-inbreker” (03-10-2013), NOS
  3.   Weblink bron
    Colette van Nunen
    “Meer inbraken tijdens feestdagen: waarschuw je buren!” (22-12-2015)
  4.   Weblink bron “'Negen op de tien achterdeuren slecht beveiligd'” (01-11-2017), NOS