kam
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kam
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gereedschap om haar te ontwarren of bijeen te houden’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kam | kammen |
verkleinwoord | kammetje | kammetjes |
Zelfstandig naamwoord
kam m
- getand object om haren mee te verzorgen
- Ik heb geen kam bij me.
- (biologie) lichaamsdeel van een vogel, reptiel of ander dier, bijv. hanenkam
- De kip heeft een kam en een lel.
- (muziekinstrument) onderdeel van een snaarinstrument waarover de snaren strak gespannen worden, met het doel de onderlinge afstand te bewaren of de trillingen op het resonantielichaam over te brengen
- De kam van een viool.
- (figuurlijk) rij getande objecten, bijv. bergkam
- Ik begon al te vermoeden dat de secretaresse van advocaat Valera slimmer was dan ze eruit had gezien en me een vals adres had gegeven, toen mijn oog op een doorgang viel die vanaf het trottoir een kleine vijftig meter doorliep tot aan een donker hekwerk met een kam van speren.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Over dezelfde kam scheren.
op dezelfde manier beoordelen/behandelen
Vertalingen
1. getand object om haren mee te verzorgen
2. lichaamsdeel van een vogel, reptiel of ander dier
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kammen |
kam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kammen
- Ik kam.
- gebiedende wijs van kammen
- Kam!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kammen
- Kam je?
Gangbaarheid
- Het woord kam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kam" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "kam" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Het spel van de engel, C.R. Zafón, 2012
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kam | kamme |
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Nederlandse kam
Zelfstandig naamwoord
kam
- kam; getand object om haren mee te verzorgen
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- kam
Werkwoord
kam
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kommen
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van kommen
Kasjoebisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *kamy
Zelfstandig naamwoord
kam m
Lets
naamval |
enkelvoud en meervoud |
---|---|
nominatief | kas |
genitief | kā |
datief | kam |
accusatief | ko |
instrumentalis | ar ko |
locatief | (kur) |
Vragend voornaamwoord
kam
Betrekkelijk voornaamwoord
kam
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
kam
- kam; getand object om haren mee te verzorgen
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Pools
Uitspraak
- IPA: /kãm/
Woordafbreking
- kam
Voornaamwoord
kam
Synoniemen
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /kam/
Woordafbreking
- kam
Voornaamwoordelijk bijwoord
kam
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Stellingwerfs
Zelfstandig naamwoord
kam
- kam; getand object om haren mee te verzorgen
Schrijfwijzen
Tsjechisch
Uitspraak
Woordafbreking
- kam
Voornaamwoordelijk bijwoord
kam
Synoniemen
- (dialect: Silezisch en Moravisch) kaj
- (dialect) kde
- (formeel) kamž / kamže
- (verouderd) kamo / kamžto
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Zelfstandig naamwoord
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | kam | kamy |
genitief | kamu | kamů |
datief | kamu | kamům |
accusatief | kam | kamy |
vocatief | kame | kamy |
locatief | kamu | kamech |
instrumentalis | kamem | kamy |
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwijzingen
Zelfstandig naamwoord
kam
West-Vlaams
Zelfstandig naamwoord
kam
- kam; getand object om haren mee te verzorgen