golfkam
- golf·kam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | golfkam | golfkammen |
verkleinwoord |
de golfkam m
- de top van een golf
- ▸ Hij denkt zijn bewegingen niet van tevoren uit, hij surft intuïtief. Het ziet er zo gemakkelijk uit als hij loodrecht langs een golf omhoog glijdt, ondersteboven van de golfkam door de lucht vliegt, om zijn eigen as draait, ruggelings landt, met de achterkant van de plank vooruit naar beneden schiet en na een draai van 180 graden weer snelheid maakt voor de volgende sprong.[2]
1. de top van een golf
- Het woord 'golfkam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "golfkam" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zeezucht” (30/07/2010), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be