ko
- ko
ko
- repeterende stelling bij het go-spel
- Het woord ko staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

koe
- ko
ko, g
- (veeteelt) koe, (een vrouwelijke huisdier, Bos taurus
, dat een kalf heeft gehad)
- (dierkunde) volwassen vrouwelijk dier van andere grote diersorten
- (scheldwoord) onhandige, grote of domme persoon, waarbij meestal op een vrouw gedoeld wordt
- [1]: Der er ingen ko på isen!
(figuurlijk) Geen gevaar!
- [1]: hellig ko
heilige koe (na de Hindoe religie:
(figuurlijk) iets dat niet kan worden aangeraakt of bekritiseerd)
(figuurlijk) iets dat niet kan worden aangeraakt of bekritiseerd)
naamval | enkelvoud en meervoud |
---|---|
nominatief | kas |
genitief | kā |
datief | kam |
accusatief | ko |
instrumentalis | ar ko |
locatief | (kur) |