Nederlands

 
kamgras
Uitspraak
Woordafbreking
  • kam·gras
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kamgras
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kamgraso

  1. Cynosurus cristatus   een vaste, zodevormende plant die behoort tot de Grassenfamilie
Vertalingen

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen