roskam
- ros·kam
- samenstelling van ros en kam [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roskam | roskammen |
verkleinwoord | roskammetje | roskammetjes |
de roskam m
- een grof soort kam die voor het verzorgen van paarden of het schoonmaken van andere borstels gebruikt wordt
1. een grof soort kam die voor het verzorgen van paarden of het schoonmaken van andere borstels gebruikt wordt
vervoeging van |
---|
roskammen |
roskam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roskammen
- Ik roskam.
- gebiedende wijs van roskammen
- Roskam!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roskammen
- Roskam je?
- Het woord roskam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roskam" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ roskam op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be