Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heu·vel·kam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heuvelkam heuvelkammen
verkleinwoord heuvelkammetje heuvelkammetjes

Zelfstandig naamwoord

de heuvelkamm

  1. rij lage bergen
    • „Geluidloos scheert de roofvogel over de heuvelkam, op zoek naar een prooi.” Zo zou een verzonnen verhaal kunnen beginnen. Maar in het vakantiegebied rond het Luxemburgse Walsdorf is het echt waar. Daar zijn heuvels en haviken genoeg. [1] 
    • „Wanneer de zon scheen op de tegenoverliggende kust kon je de Griekse dorpen van Anatolië zien liggen, leeg, verlaten en gebleekt in de zon. Je kon zelfs kamelenkaravanen onderscheiden die langzaam over een heuvelkam bewogen.” [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 30-01-2012 Natuurgebied in Luxemburg ziet eruit als lappendeken
  2. Reformatorisch Dagblad Johan Snel 17-08-2012 Honderd jaar Griekse eenzaamheid op Lesbos
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be