kei
- kei
de kei m
- brok gesteente
- Er spatte een keitje op en de voorruit barstte uiteen in gruzelementen.
- ▸ Op de expositie is een foto te zien van het vennetje. Er ligt een kei voor met de inscriptie “Through the window of my eyes”, Harry Muskee 1967. Dat beeld zegt meer dan welke platenhoes dan ook.[5]
- (figuurlijk) iets wat in enig opzicht door en door hard of massief is
- (informeel) iemand die bijzondere prestaties levert
- Hij is daar echt een kei in.
- (sport) (verouderd) (voetbal) zeer krachtig schot
- Zijn kei ging centimeters naast. [6]
- versterkend voorvoegsel (jongerentaal) als linkerdeel van een samengesteld bijvoeglijk naamwoord om de betekenis van het rechterdeel te versterken
- (informeel) iemand die bijzondere prestaties levert
1. brok gesteente
2.3 als linkerdeel van een samengesteld bijvoeglijk naamwoord om de betekenis van het rechterdeel te versterken
- op de keien zetten
[1]: in armoede dakloos achterlaten
- Het woord kei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kei" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- 1 2 kei op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kei" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron “Window of my eyes: Harry Muskee en de verloren tijd” (zaterdag 16 januari 2016, 13:44), NOS
- ↑ "Pierre Vereecken mist de kans!" in: De Voorpost jrg. 30 nr. 37 (23 september 1977); p. 18 kol. 1; geraadpleegd 2017-12-30
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be