Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: TAM
  • tam
  • In de betekenis van ‘niet wild’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tamtammertamst
verbogen tammetammeretamste
partitief tamstammers-

tam

  1. (dierkunde) gewend aan omgang met mensen
    • Zij hadden een tamme kraai. 
  2. (figuurlijk) saai, slaapverwekkend
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo

tam

  1. daar; op een bepaalde plek
  • tam
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo

tam

  1. daar; op een bepaalde plek
    «Ubikacje znajdują się tam
    De toiletten bevinden zich daar.
  2. daar, daarheen; daar naar toe
    «Możesz to tam położyć?»
    Kun je dat 'daar neerleggen?

tam

  1. (spreektaal) zo
    «Ja tam nie wiem.»
    Ik weet het niet.

tam

  1. genitief meervoud van tama
  • tam
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *tamo

tam

  1. daar; op een bepaalde plek
  2. daar, daarheen; daar naar toe
  1. ta