• waar·heen
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     heen  
 persoonlijk     erheen  
aanwijz.   nabij     hierheen  
  veraf     daarheen  
  vragend/betrekk.     waarheen  

(scheidbaar)
waarheen

  1. vragend: in welke richting?
    • Waarheen leidt die weg? 
    • Waar is hij heen? 
  2. betrekkelijk: in welke richting
    • Hij zei niet waarheen die weg leidt. 
    • De stad waar die weg heen leidt, is niet Amsterdam maar Utrecht. 
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be