herkauwer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·kau·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herkauwer herkauwers
verkleinwoord herkauwertje herkauwertjes

Zelfstandig naamwoord

herkauwer m

  1. (evenhoevigen) een herbivoor uit de onderorde Ruminantia   die zijn voedsel herkauwt
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be