Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ti·bet·munt·jak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tibetmuntjak tibetmuntjaks
verkleinwoord tibetmuntjakje tibetmuntjakjes

Zelfstandig naamwoord

de tibetmuntjakv / m

  1. (evenhoevigen) Muntiacus feae   evenhoevige uit de familie van de hertachtigen (Cervidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Thomas & Doria in 1889
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie