rietbok
- (IPA in voorbereiding)
- riet·bok
- samenstelling van riet zn en bok zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rietbok | rietbokken |
verkleinwoord | rietbokje | rietbokjes |
de rietbok m
- (evenhoevigen) Redunca arundinum een middelgrote antilopesoort uit het geslacht der rietbokken (Redunca). Het is de kleinste van de drie soorten rietbokken. Het soort is voor het eerst beschreven in 1785 door de Nederlander Pieter Boddaert
- rietbokken, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Indien rietbok wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep rietbokken zie dan Hyponiemen rietbokken
- Het woord 'rietbok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.