impala
- im·pa·la
- Leenwoord uit het Zoeloe, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | impala | impala's |
verkleinwoord | impalaatje | impalaatjes |
de impala m
- (evenhoevigen) Aepyceros melampus , een van de meest succesvolle soorten antilopen in zuidelijk Afrika
- Sorry, ik weet niet wat een impala is.
1.
- Het woord impala staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "impala" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "impala" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be