• dam·hert
enkelvoud meervoud
naamwoord damhert damherten
verkleinwoord damhertje damhertjes

het damherto

  1. (evenhoevigen) Dama dama   evenhoevige uit de familie van de hertachtigen (Cervidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Cervus dama in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Tussen de ijstijden leefden de damherten onder andere tot in West-Europa, maar de laatste ijstijd heeft de dieren naar Klein-Azië verdreven. De Romeinen brachten de soort weer met zich mee en verspreidden het dier door het gehele Romeinse Rijk. Tegenwoordig komt het op alle continenten behalve Antarctica voor. Het damhert is de soort die het vaakst gehouden wordt in hertenkampen. Het Mesopotamisch damhert (Dama mesopotamica) uit Iran en Irak wordt vaak als ondersoort van het damhert beschouwd
94 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]