daim
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- daim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | daim | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het daim o
- (België) zacht leer
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord daim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "daim" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ daim op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be