hert
  • hert
enkelvoud meervoud
naamwoord hert herten
verkleinwoord hertje hertjes

het herto

  1. (evenhoevigen) benaming voor herkauwende zoogdieren uit de familie Cervidae  , waarvan de mannetjes een gewei hebben
     Ik hoopte stiekem een beer te kunnen zien baden in de rivier, maar was ook wel tevreden met alle herten, eekhoorns, marmotten, vogels en de Amerikaanse adelaar.[4]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]


hert

  1. (evenhoevigen) hert


hert o

  1. hart


  • IPA: /(x)hært/ (Etsbergs)

hert o

  1. hart