Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ten·fi·let
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hertenfilet hertenfilets
verkleinwoord hertenfiletje hertenfiletjes

Zelfstandig naamwoord

hertenfilet m en o

  1. (kookkunst) een filet van hertenvlees
    • Tijdens het afscheidsdiner van de koningin kregen de gasten hertenfilet. 

Gangbaarheid