hinde
- hin·de
- In de betekenis van ‘wijfje van hert’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 822 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hinde | hinden hindes |
verkleinwoord | hindetje | hindetjes |
de hinde v
- (evenhoevigen) een vrouwelijk hert
- De hinde heeft, in tegenstelling tot het mannetjeshert, geen gewei.
1. een vrouwelijk hert
|
|
- Het woord hinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hinde" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "hinde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be