alpengems

Nederlands

Een mannelijke alpengems in Nationaal Park Gran Paradiso.

Uitspraak

• Geluid:  alpengems    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• al·pen·gems

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Alpen en  en  gems zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	alpengems	alpengemzen
verkleinwoord	alpengemsje	alpengemsjes

Zelfstandig naamwoord

de alpengems v / m

1. (evenhoevigen) Rupicapra rupicapra rupicapra  de nominaatondersoort van de gems (Rupicapra rupicapra) voor het eerst beschreven door Carolus Linnaeus in 1758

Hyperoniemen

• gems, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'alpengems' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.