gnoes

Nederlands

blauwe gnoe (Connochaetes taurinus)

Uitspraak

• Geluid:  gnoes    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• gnoes

Woordherkomst en -opbouw

•  gnoe zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		gnoes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gnoes mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gnoe
2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Connochaetes  een geslacht van de evenhoevigen behorende tot de familie der holhoornigen (Bovidae). Het geslacht kent twee soorten, die leven op de grasvlakten van zuidelijk en oostelijk Afrika

Hyperoniemen

• [2] koeantilopen, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] blauwe gnoe, witstaartgnoe

Afgeleide begrippen

• gnoekalf

Gangbaarheid

• Het woord gnoes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.