Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • jen·tink·dui·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jentinkduiker jentinkduikers
verkleinwoord jentinkduikertje jentinkduikertjes

Zelfstandig naamwoord

de jentinkduikerv / m

  1. (evenhoevigen) Cephalophus jentinki   evenhoevige uit de familie van de holhoornigen (Bovidae). De wetenschappelijke naam van de soort, ontleend aan de Nederlandse zoöloog F.A. Jentink, werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Oldfield Thomas in 1892.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie