rendier
- ren·dier
- Van het Duitse Rentier, oudere vorm Reentier. Het gaat hier etymologisch gezien eigenlijk niet om het werkwoord "rennen" maar om een ouder woord voor "hert", Reen. [1] In de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in 1714. [2]
- In het Nederlands geherinterpreteerd als samenstelling van ren ww en dier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rendier | rendieren |
verkleinwoord | rendiertje | rendiertjes |
het rendier o
- (evenhoevigen) Rangifer tarandus , een hertachtig zoogdier met een breed uitlopend gewei
- Kijk eens naar die mooie rendieren daar, echt prachtig!
- rendiergewei, rendierhaar, rendierhorzel, rendierhuid, rendierjacht, rendierjager, rendierkalf, rendierkudde, rendierleder, rendierleer, rendierlipvis, Rendiermeer, rendiermelk, rendiermos, rendierslee, rendiervel, rendiervlees
1. een hertachtig zoogdier met een breed uitlopend gewei
|
|
- Het woord rendier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rendier" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ rendier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "rendier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
rendier