oribi
- ori·bi
- van Hottentots orab
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oribi | oribi's |
verkleinwoord | - | - |
- (evenhoevigen) soort dwergantilope Ourebia ourebi in Afrika
- Alphonse steekt een geestdriftige vinger uit: op een kleine alp staan in het volle zonlicht een troepje moedige impala-antilopen. Naast hen twee zwaardere soortgenoten, oribi's. Ze zijn smoorlijk verliefd op elkaar, zwenken en buigen hun kop met allerzoetste bambi-gebaartjes. Hun blanke buik steekt fris af tegen het roestbruine kleed, over rug en poten gespannen. [1]
- Het woord oribi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oribi" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jonckheere, K."Geef mij maar een zebra" in: De Gids. jrg. 122 deel 1 nr. 3 (1959) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 179; geraadpleegd 2019-11-07
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be