geiten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geiten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɡɛitə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χɛɪ̯tə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɣɛːtə(n)/
- (Limburg): /ɣɛɪ̯tə(n)/
Woordafbreking
- gei·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
geiten |
geitte |
gegeit |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
geiten
- onovergankelijk (pejoratief) zich meisjesachtig gedragen door te giechelen of geheimzinnig te doen
Zelfstandig naamwoord
de geiten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord geit
- meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Capra een geslacht van evenhoevige zoogdieren uit de familie van de holhoornigen (Bovidae). De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus
Hyperoniemen
- [2] holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] bezoargeit, Spaanse steenbok
- [2] alpensteenbok, Nubische steenbok, Oost-Kaukasische toer, schroefhoorngeit, Siberische steenbok, waliasteenbok, West-Kaukasische toer
Verwante begrippen
- thargeiten
- Arabische thargeit, balearengeit, himalayathargeit, nilgirithargeit, sneeuwgeit, thargeit
Afgeleide begrippen
- geitachtig, geitantilope, geitbrasem, geitenbaard, geitenbaars, geitenblad, geitenboer, geitenboerderij, geitenbok, geitenbond, geitenborst, geitenboter, geitenbreier, geitendrek, geitenfuif, geitengras, geitenhaar, geitenharen, geitenherder, geitenhoeder, geitenhoefblad, geitenhouder, geitenhouderij, geitenhuid, geitenkaas, geitenkeuring, geitenkeutel, geitenkop, geitenkruid, geitenkut, geitenkuttekop, geitenlam, geitenleder, geitenleer, geitenleren, geitenlul, geitenmelk, geitenmelker, geitenmest, geitenneuker, geitenoog, geitenpad, geitenpoep, geitenpoot, geitenras, geitenrust, geitensik, geitenstal, geitenteelt, geitenvacht, geitenvel, geitenvijg, geitenvlees, geitenvoet, geitenwol, geitenwollen, geitenyoghurt, geitepoep, geitgazelle
Anagrammen
Gangbaarheid
- Het woord geiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geiten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be