evenhoevige
- Geluid: evenhoevige (hulp, bestand)
- IPA: / ˌevənˈhuvəɣə / (5 lettergrepen)
- even·hoe·vi·ge
- zn: leenvertaling van Latijn Artiodactyla dat is gevormd uit Oudgrieks ἄρτιος (ártios) "even" en δάκτυλος (dáktylos) "vinger, teen" [1]
- bn: evenhoevig met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evenhoevige | evenhoevigen |
verkleinwoord | - | - |
- (dierkunde) benaming voor een dier uit de orde Artiodactyla , zoogdieren met twee of vier tenen met hoeven
- ▸ Vind je een hoefafdruk met twee (koe) of vier (varken) klauwen dan gaat het om een evenhoevige.[2]
- zie de categorie: Evenhoevigen in het Nederlands
evenhoevige
- verbogen vorm van de stellende trap van evenhoevig
- ▸ MKZ is een ziekteverwekker die om zichzelf in stand te houden evenhoevige dieren nodig heeft.[3]
- Het woord evenhoevige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Wim Köhler“Kan mijn huisdier mond- en klauwzeer krijgen?” (30 maart 2001) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron J.P.J.M. de Munter“Brieven : Besmet vee” (19 april 2001) op nrc.nl