trommel met geitenvel
  • gei·ten·vel
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenvel geitenvellen
verkleinwoord

het geitenvelo

  1. leer gemaakt van de huid van een geit Capra hircus  
    • Voor de Himba, woonachtig in Namibië, is uiterlijke vertoning heel belangrijk. Het uiterlijk zegt onder andere iets over de sociale positie van een persoon. Zo dragen getrouwde vrouwen een kroontje van geitenvel, terwijl het haar van puberende meisjes wordt gevlochten.[2] 
    • Het is een opmerkelijk gezicht: een Afrikaanse stamvrouw, gekleed in een geitenvel en bedekt met rode modder, die met een winkelkar door de supermarkt loopt. De andere supermarktbezoekers zijn echter allerminst verbaasd. ,,De oude wereld en de nieuwe komen steeds meer samen", stelt de fotograaf.[3] 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 02 jul. 2016
  3. Tubantia Tine Kintaert 10-JANUARI-2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be