Nederlands

 
Aruncus dioicus
Uitspraak
Woordafbreking
  • gei·ten·baard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenbaard geitenbaarden
verkleinwoord geitenbaardje geitenbaardjes

Zelfstandig naamwoord

de geitenbaardm

  1. (zoötomie) langere haren op de kin van een geit
  2. (plantkunde) Aruncus dioicus   een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae  )
Schrijfwijzen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen