geitenbok
- Geluid: geitenbok (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɡɛitə(n)ˌbɔk / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχɛɪ̯.tə(n).bɔk/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣɛː.tə(n).bɔk/
- (Limburg): /ˈɣɛɪ̯.tə(n).bɔk/
- gei·ten·bok
- samenstelling van geit en bok met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geitenbok | geitenbokken |
verkleinwoord | geitenbokje | geitenbokjes |
de geitenbok m
- de bok van een geit
- Oude schrijfwijze: geitebok (voor 1996)
- Het woord geitenbok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geitenbok" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be