Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gei·ten·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geitenvlees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het geitenvleeso [1]

  1. vlees afkomstig van geslachte geiten
     Meer dan dertig biologische geitenboeren hebben de handen ineen geslagen om geitenvlees beter op de kaart te krijgen in Nederland, via hun coöperatie Bio Goat Meat. Op die manier moeten de bokjes, waar nu een overschot aan is, een beter leven krijgen.[2]
     Daar wil Lydia van Maurik wat aan doen. Volgens haar is de oplossing in principe simpel: als we met z'n allen bokkenvlees eten, hebben ze een beter en langer leven. Daarom begon zij de Bokkenbunker, waar je bokken kan adopteren. "Ik wil dat mensen geitenvlees leren waarderen, zodat ze niet meer tot afval worden verwerkt."[3]
     Carlos en Vanesa zijn nu op alle tv-journaals te zien. Ze zeggen dat ze het geld niet over de balk gaan smijten. Maar ze geven toe dat ze wel al de eerste cadeautjes voor zichzelf hebben gekocht. "We hebben nu twee mobieltjes, een spelcomputer, een auto waar je geen rijbewijs voor nodig hebt en in de koelkast hebben we geitenvlees en garnalen voor Kerst." En nu maken ze plannen waar ze hun geld in kunnen investeren.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Merel Stikkelorum
    “'Geitenvlees moet in schappen supermarkt komen'” (Dinsdag 20 februari 2018, 08:30), NOS
  3.   Weblink bron “Wij eten geitenkaas, maar daardoor zijn bokjes het bokje” (Zaterdag 13 januari 2018, 10:19), NOS
  4.   Weblink bron “Spanje geroerd door winnaar Carlos” (Dinsdag 24 december 2013, 17:44), NOS