geitenmelker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geitenmelker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɛitə(n)ˌmɛlkər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- gei·ten·mel·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geitenmelker | geitenmelkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de geitenmelker m
- (veeteelt) iemand die een geit melkt
- (nachtzwaluwachtigen) bepaald soort vogel, Caprimulgus europaeus
Synoniemen
- [2] nachtzwaluw
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord geitenmelker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.