• gei·ten·wol·len
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen geitenwollen
partitief geitenwollens

geitenwollen

  1. gemaakt van de haren van een geit
     Ze waren gekleed voor een uitstapje in tot de knieën reikende skibroeken, geitenwollen sokken, goed ingevette skischoenen en prachtige Noorse truien met een nawinternachtpatroon op de schouders.[1]
  • geitenwollen sok
(pejoratief) naïef, pacifistisch, alternatief en milieubewust
- Bij de VVD en GroenLinks ligt het ingewikkelder. De VVD zit met een achterban die het na vierenhalf jaar met de PvdA beu is om concessies te doen aan links. In De Telegraaf haalden anonieme VVD’ers de afgelopen week hard uit naar „die pacifistische geitenwollen sokken” van GroenLinks die de inkomensverschillen willen verkleinen. De VVD zelf moet daar helemaal niets van hebben. [2]
- Transitie naar schone energie is geitenwollen sokken voorbij[3]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2. NRC Thijs Niemantsverdriet 23 maart 2017
  3. Volkskrant Bert Wagendorp 1 december 2015