ree
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ree
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘herkauwer, wijfjeshert’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ree | reeën |
verkleinwoord | reetje | reetjes |
Zelfstandig naamwoord
ree
- m / v / o (evenhoevigen) Capreolus capreolus zoogdier uit de familie van de hertachtigen (Cervidae) voornamelijk voorkomend in Europa. In Azië leeft de verwante Siberische ree (Capreolus pygargus)
- m / v (scheepvaart) rede
- o (verouderd) lijk
Hyponiemen
- smalree, [1] Siberische ree, zeilree
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
1. sierlijk slank hert, komt bijna in heel Europa voor
Gangbaarheid
- Het woord ree staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ree" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[8] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ree" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ree op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ree op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ree op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ree op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ree op website: Etymologiebank.nl
- ↑ ree op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be