Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • blauw·bok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwbok blauwbokken
verkleinwoord blauwbokje blauwbokjes

Zelfstandig naamwoord

de blauwbokv / m

  1. (evenhoevigen) Hippotragus leucophaeus   was een soort uit de familie van de paardantilopen en wordt ook weleens blauwe antilope (Afrikaans: bloubok) genoemd. Deze soort is inmiddels uitgestorven
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie