blauwbokje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  blauwbokje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• blauw·bok·je

Zelfstandig naamwoord

het blauwbokje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blauwbok

Gangbaarheid

• Het woord 'blauwbokje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.