duikers
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dui·kers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duikers | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de duikers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord duiker
- meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Cephalophinae een onderfamilie van antilopen uit de familie der holhoornigen (Bovidae). Er zijn 20 soorten in drie geslachten...
- meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) orde Gaviiformes , watervogels van het open water in het hoge noorden
Synoniemen
- [3] zeeduikers
Hyperoniemen
Hyponiemen
- [2] Walters duiker
Verwante begrippen
- [2] Abbotts duiker, Aders duiker, blauwe duiker, blauwrugduiker, geelrugduiker, gewone duiker, Harveys duiker, jentinkduiker, Maxwells duiker, Ogilbys duiker, Peters duiker, rode duiker, rwenzoriduiker, Weyns duiker, witbuikduiker, zebraduiker, zwarte duiker, zwartrugduiker, zwartvoorhoofdduiker
Hyperoniemen
- [3] vogels, chordadieren, dieren
Hyponiemen
- [3] zie de categorie: Duikers in het Nederlands
Afgeleide begrippen
- gestippelde duikerwants, schaarse duikerwants
- duikerarts, duikerbericht, duikerbok, duikerbril, duikerbuis, duikereend, duikergans, duikerhelm, duikerklok, duikerklokschip, duikerkoning, duikermot, duikeronderzoek, duikeropleiding, duikerpak, duikerpantser, duikersborst, duikersbril, duikerschacht, duikerschild, duikersklok, duikersluis, duikersmes, duikerspak, duikersreflex, duikersziekte, duikertoestel, duikerwants, duikerwantsen, duikerwerkzaamheden, duikerwerkzaamheid, duikerwortel
Gangbaarheid
- Het woord duikers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duikers" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be