Nederlands

 
[1] blauwe duiker (Cephalophus monticola)
 
[2] roodkeelduiker (Gavia stellata)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • dui·kers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duikers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de duikersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord duiker
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) Cephalophinae   een onderfamilie van antilopen uit de familie der holhoornigen (Bovidae). Er zijn 20 soorten in drie geslachten...
  3. meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) orde Gaviiformes  , watervogels van het open water in het hoge noorden
    1. familie Gaviidae  , die slechts één geslacht telt, Gavia  , met vijf soorten
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be